De LMO in 2017: Bouwen, besluiten en bewegen
Samenwerken aan één gemeenschappelijke meldkamer van de toekomst. Nederland veiliger maken, onze dienstverlening naar de melder verder verbeteren. Dát was de inzet voor het programma LMO in 2017. Samen met de 56 betrokken partners in het multidisciplinaire meldkamerdomein doorgaan met het realiseren van de ambities uit het Transitieakkoord van 2014. Het werd een jaar van bouwen, besluiten en bewegen.
Het jaar 2017 was vooral bedoeld om de omslag te gaan maken van het steeds efficiënter maken van de bestaande meldkamerprocessen, naar echte vernieuwing en het meer toekomstbestendig maken. Het LMO Jaaroverzicht 2017 laat zien dat we bij het werken aan deze ambities het afgelopen jaar wisselend succes hadden.
Bouwen
Onder de noemer ‘Bouwen’ zien we gestage voortgang in het samenvoegen van meldkamers tot 10 meldkamerlocaties, zichtbaar in onder meer de verbouwingen in Den Bosch en Haarlem, de technische realisatie van de landelijke IV/ICT, de operationeel ingerichte nieuwe meldkamer in Rotterdam en de aanbesteding voor bouw in Bergen op Zoom. Ook de bestuurlijke overeenstemming voor bouw van een nieuwe meldkamer in Apeldoorn en de vrijwel afgeronde procedures rond besluitvorming voor de nieuwe meldkamer in Hilversum zijn positieve mijlpalen.
Besluiten
Tegenvallers zijn er echter ook te melden. De discussie rond de reikwijdte van multi-intake leidde in het najaar tot een ernstige stagnatie in de landelijke besluitvorming binnen het multi-meldkamerdomein. Inmiddels zijn de afgelopen maanden goede initiatieven genomen om de ontstane impasse te doorbreken en de noodzakelijke beweging is weer op gang gekomen.
Een andere forse tegenvaller die voor vertraging in de samenvoegingsprocessen heeft geleid en veel impact heeft gehad op de activiteiten binnen de disciplines en LMO is de uitgestelde migratie naar het nieuwe C2000. Er is en wordt op landelijk niveau veel energie gestoken in het proberen de gevolgen hiervan zo veel als mogelijk te beperken, maar de effecten van de vertraging zijn helaas onontkoombaar en volop merkbaar.
Bewegen
Op het gebied van onze vernieuwings- en ontwikkelambitie zijn gelukkig ook mooie initiatieven en resultaten te zien. Er is veel in beweging gezet in 2017. Naast diverse verbeter- en vernieuwingstrajecten die binnen de huidige meldkamers worden uitgevoerd, is er stevig doorgewerkt aan de voorbereidingen voor vernieuwing van het huidige meldkamersysteem GMS. Er is een concurrentiegerichte dialoog uitgevoerd met marktpartijen en op dit moment wordt de scope voor het Programma van Eisen vastgesteld.
Ook voor locatiebepaling van een noodhulpvraag zijn de nodige stappen gezet; alle meldkamers beschikken over een tussenoplossing (VIL) voor de vaststelling/verificatie van een incidentlocatie, in afwachting van de definitieve en geheel automatische oplossing (AML en 112-app).
Met subsidie van Ministerie van J&V is in 2017 een programma gestart rond Het Nieuwe Melden. In dit programma werkt onderzoeksinstituut TNO aan het ondersteunen van diverse innovatieve en vernieuwende ontwikkelingen binnen het meldkamerdomein, zoals invloed van beeld, AML, Breedband en nieuwe opleidingsconcepten voor (toekomstige) centralisten/dataverwerkers.
Burger zo snel en goed mogelijk helpen
Met het oog op de toekomst van het meldkamerdomein, de verwachte wetswijzigingen rond het beheer en mede gebaseerd op de ervaringen van het moment, heeft de politie in 2017 een Verkenning uitgevoerd rond haar (toekomstige) rol, taak en positie binnen het multi-meldkamerdomein. In het voorjaar van 2018 wordt de besluitvorming daarover afgerond in nauwe afstemming met de multi-partners en het bestuur. Uitgangspunt is en blijft daarbij:
‘Samenwerken aan één gemeenschappelijke meldkamer van de toekomst. Nederland veiliger maken, onze dienstverlening naar de melder verder verbeteren’
De LMO heeft zeker in 2017 laten zien dat het enerzijds moeilijk is om met 56 belanghebbende partijen (met soms uiteenlopende belangen) tot overeenstemming te komen, maar er anderzijds ook altijd weer een beweging ontstaat die de wil bevestigt om er toch samen uit te komen. En iedere keer weer blijkt dat de katalysator voor dat proces de ambitie uit het Transitieakkoord is om de burger ‘zo snel en zo goed mogelijk in zijn noodhulpvraag te helpen’.
De meldkamers in Nederland, op dit moment nog 18, mogen zich verheugen in een sterk toenemende en overwegend positieve belangstelling voor hun taak. Televisieprogramma’s als De Meldkamer en De Noodcentrale dragen daaraan bij, maar ook de inmiddels gerealiseerde vernieuwde meldkamers, het landelijke IV/ICT-concept en de vernieuwingen rond 1-1-2 versterken dat beeld. Het blijft voor de betrokken medewerkers een uitdaging én een genoegen daar deel van uit te maken en dat verder te verbeteren. Ik hoop dat dit Jaaroverzicht u inspiratie biedt samen te (blijven) werken aan de meldkamer van de toekomst.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Wim van Vemde
directeur Programma LMO